Koehoorn
Koehoorn voorzien van 2 gaatjes waardoor braamtwijgen werden getrokken om de doornen te verwijderen. De twijgen werden nadien gebruikt bij het vlechten van korven.
Koehoorn
Deze bewerkte koehoorn met twee gaten werd vroeger gebruikt als eenvoudig, maar doeltreffend gereedschap bij het vlechten van bijenkorven. Imkers en korfvlechters gebruikten jonge, soepele braamtakken als bindmateriaal voor de korven. Omdat deze takken bedekt zijn met scherpe doornen, moesten deze eerst worden verwijderd.
De braamtak werd door het gat in de hoorn getrokken. De randen van het gat schraapten daarbij de doornen van de tak af, terwijl het hout zelf intact bleef. Wat overbleef was een gladde, buigzame tak die perfect geschikt was om samen met stro tot een stevige bijenkorf gevlochten te worden.