Wespennest

Wespennest met koninginennestje. Het wespennest is gevonden op de zolder van een inwoner van Kalmthout.

Wespennesten vs. Bijennesten

Wespennesten worden gemaakt van een papier achtig materiaal dat ze maken door houtvezels die ze afknagen van bomen of schuttingen te vermengen met hun speeksel. Op die manier kunnen ze enorme papierachtige grijze nesten bouwen. Bijen maken hun raten van bijenwas die ze afscheiden uit hun achterlijfje.

Wespen kunnen met dat papier achtig materiaal ook de buitenkant van hun nesten bouwen en moeten hun nest dus niet in een holte maken. Ze bouwen hun nesten dus aan een tak of een dakrand, maar ook in zolders en schuren. Bijen moeten wel een holte hebben, ze kunnen de buitenkant van hun nest niet zelf maken met bijenwas en moeten dus een beschutte, droge plek vinden om hun raten in te bouwen. Dit kan een boomholte zijn maar natuurlijk ook een bijenkorf of bijenkast. 

Konigingennestje

In het vroege voorjaar, wanneer het weer wat warmer wordt, ontwaakt de jonge wespen koningin uit haar winterslaap. Ze is dan de enige overlevende van haar oude kolonie en begint alleen aan een belangrijk taak: het stichten van een nieuw nest. Dit eerste kleine nestje heet het koninginennestje. 

De koningin zoekt een beschutte plek, zoals onder een dakrand, in een schuurtje of in een spouwmuur. Met haar kaken knaagt ze stukjes hout van bijvoorbeeld schuttingen, boomschors of karton. Ze mengt dit met haar speeksel tot een soort papje, waarmee ze dunne laagjes bouwt. Zo ontstaat een klein papierachtig nestje. 

Binnenin maakt ze een paar cellen waarin ze haar eerste eitjes legt. Uit deze eitjes komen larven, die zij zelf voedt met gevangen insecten. Na een paar weken ontpoppen de eerste werksters, en vanaf dan bouwen zij het nest verder uit en verzorgen de koningin. Zo groeit het koninginennestje langzaam uit tot een groot wespennest met duizenden bewoners.

Het herkennen en verwijderen van zo'n nestje in het voorjaar kan voorkomen dat er een heel wespennest wordt gebouwd en kan dus helpen om overlast later in de zomer te voorkomen.