Plaatje werkbij 'larven voederen'
Houten plaatje met één van de velen taken van de werkbijen. Dit bordje gaat over het voederen van de larven.
De werkbij
Werkbijen zijn de harde werkers van het bijenvolk. Ze zijn vrouwelijke bijen, maar in tegenstelling tot de koningin kunnen ze geen eitjes leggen. In een bijenkolonie vormen zij met duizenden tegelijk de grootste groep en vervullen ze bijna bijna alle taken in en rond het de bijenkast.
Hun leven is verdeeld in fases: jonge werkbijen beginnen met schoonmaken van cellen, voeden van larven, verzorgen van de koningin en uiteindelijk het bouwen van raten. Deze taken vinden allemaal plaats in het bijennest en de bijen vervullen ze in de eerste 3 weken van hun leven. Later worden haalbijen, die nectar, stuifmeel en water verzamelen buiten de kast. Deze taak zullen ze de rest van hun leven uitvoeren.
Een werkbij leeft in de zomer maar zo’n 5 tot 6 weken, omdat ze zich letterlijk doodwerken. In de winter kunnen ze enkele maanden oud worden, omdat ze dan vooral bezig zijn met warmhouden van het volk en mee kunnen overwinteren. Zonder werkbijen zou het bijenvolk niet kunnen overleven omdat zij de basis vormen van de bijengemeenschap.
Het voederen van larven door werkbijen
In een bijenvolk zorgen jonge werkbijen voor het voederen van de larven in de broedcellen. Deze voedsterbijen gebruiken speciaal aangemaakte stoffen uit hun kopklieren om de larven te voeden.
In de eerste levensdagen krijgen alle larven een rijke, melkachtige stof die koninginnenbrij (jelly) wordt genoemd. Daarna krijgen de meeste larven een mengsel van nectar, stuifmeel en water, terwijl de toekomstige koningin langer met koninginnengelei gevoed wordt.
Het voederen gebeurt meerdere keren per dag en is van groot belang: voldoende en goed voedsel bepaalt hoe sterk en gezond de jonge bijen worden. Zo dragen de werkbijen zorg voor de opgroeiende generatie en het voortbestaan van het volk.