Gravenhorster boogkorf
Gravenhorster boogkorf uit Duitsland. Deze bijenkorf is gemaakt van stro en de binnenkant is voorzien van houten spijltjes. De korf is een overgangsvorm tussen vaste en losse bouw. Deze langwerpige korf is dus een tussenvorm tussen de oude, ronde strokorf en de moderne bijenkast.
Vaste en losse bouw bij bijenkorven
Bij het houden van bijen wordt onderscheid gemaakt tussen vaste bouw en losse bouw, twee manieren waarop bijen hun raten in de kast of korf aanleggen.
Vaste bouw is de traditionele vorm, waarbij bijen hun raten rechtstreeks aan de binnenkant van een bijenkorf of kast bouwen. Dit komt vooral voor in oudere, vaak ronde korven van stro of hout. De bijen bouwen de raten volledig zelf, zonder geleidende structuur. Hoewel dit een natuurlijke manier van bouwen is, heeft het grote nadelen voor de imker: de raten zitten vast en kunnen niet worden uitgenomen zonder ze te beschadigen. Inspectie van het volk of het oogsten van honing vereist vaak dat de raten (gedeeltelijk) worden verwijderd of vernietigd.
Losse bouw werd later ontwikkeld als reactie op de beperkingen van vaste bouw. In moderne bijenkasten, zoals de Simplex of Langstroth, hangen losse houten ramen waarin bijen hun raat opbouwen. Deze ramen kunnen individueel worden uitgenomen en teruggeplaatst, wat het inspecteren van het bijenvolk, het controleren op ziektes en het oogsten van honing veel eenvoudiger en efficiënter maakt.
De overgang van vaste naar losse bouw vond plaats toen imkers op zoek gingen naar manieren om hun bijenvolken beter te beheren en grotere hoeveelheden honing te oogsten zonder het volk te verstoren. De uitvinding van de uitneembare raamkast speelde hierin een grote rol. Sindsdien is losse bouw de standaard geworden in de moderne imkerij.
Toch zijn er ook vandaag de dag imkers die met vaste bouw werken, vaak vanuit ecologische of educatieve overwegingen. Zij kiezen bewust voor een meer natuurlijke leefwijze voor de bijen, ook al vraagt dat meer zorg en opoffering bij de oogst.
Waarom van stro?
Stro werd veel gebruikt voor bijenkorven omdat het licht en goed isolerend is, waardoor het bijenvolk beschermd bleef tegen kou en hitte. Het was goedkoop, overal op het platteland beschikbaar en eenvoudig te vlechten tot stevige korven. Daardoor konden imkers hun korven zelf maken, met een natuurlijk en praktisch materiaal.
